‘We moeten hem helpen als mens’. Een klein zinnetje, je zal er gemakkelijk overheen lezen. Ik kreeg er kippenvel van. FC Groningen directeur sprak over spits Kevin van Veen. De bij Groningen op een zijspoor gezette aanvaller maakt in Schotland een ware nachtmerrie mee in zijn persoonlijke leven. In de voetbalwereld die vaak een ware jungle is, zijn menselijke gezichten vaak als water in de woestijn. We leven in een wereld waarin het praatje bij de kassa is vervangen door de zelfscan en mocht ik ooit in een verpleeghuis terechtkomen, dan worden mijn billen niet gewassen door Ali maar door de robot. Het heet vooruitgang, ik noem het de ontmenselijking van de maatschappij. Terwijl juist verbinding en echt menselijk contact de basis vormt voor alle geluk.
We kunnen erop wachten. Dan kunnen spelers niet meer protesteren bij de grensrechter, maar met een QR-code de grensrobot om een second opinion vragen. Tegenwoordig roept een trainer niet meer of het een al dan niet terechte nederlaag was, maar gaat het over expected goals en statistieken die feilloos zijn vastgelegd in een grote database. Spelers moeten presteren en hun datahesjes liegen niet. Te vaak en te snel wordt vergeten dat spelers mensen zijn. Gewone wezens van vlees en bloed. Die na een ruzie met hun vrouw ook gewoon geen bal raken in het veld. Dan is het fijn dat iemand dat herkent en even op je afstapt in plaats van een formulier op maandag in te vullen. Dat je mag intikken hoe je weekend was, of je wel gezond gegeten hebt en je in bed vooral hebt geslapen en waar je mag invullen hoe je gevoel van welzijn is op de schaal van 1 tot 10. Om bij een te lage score het risico te lopen dat de clubpsycholoog met een groot boek onder de arm bij je aanbelt.
Ooit speelde Rusnak bij Cambuur waar trainer Henk de Jong voor de wedstrijd altijd even een arm om de Slowaak heen sloeg. Zijn wedstrijdbespreking bestond uit een diepe blik in zijn ogen. Altijd weer voelde Rusnak het vertrouwen en wist wat zijn trainer dacht. Ik moet het doen. En als het hem niet lukte was er ook de arm. Bij Groningen werd hij volgepropt met opdrachten over looplijnen, vakken, dichtlopen, inzakken, doordekken en maakte de arm plaats voor een groot notitieblok vol wartaal. Rusnak verpieterde. En niemand zag het. Hij werd voor geldwolf uitgemaakt en vertrok uiteindelijk met de staart tussen de benen en een illusie armer. FC Groningen is enorm geprofessionaliseerd de laatste jaren. Te vaak en te lang ontbrak in de honger naar succes – vooral op directieniveau – de menselijke maat.
Mensen met hart voor de club en liefde voor mensen hebben FC Groningen opgebouwd en groot gemaakt. Succes en mensen zijn niet maakbaar. In een wereld waarin presteren de opdracht is in plaats van een gevolg ergens van, kan een heel klein zinnetje het verschil gaan maken. ‘We moeten hem helpen’. Frank van Mosselveld is nu al onmisbaar in de Euroborg: de arm is terug.