Het is diep na het enerverende gevecht in een kolkende Euroborg tegen FC Twente dat in 1-1 eindigde. De trainer van FC Groningen wordt op een feestje van de harde kern op een prullenbak gehesen en uitgebreid toegezongen, ondanks de teleurstelling van het puntenverlies. De coach is bezig aan zijn vierde jaar bij de Trots van het Noorden en loopt dit jaar uit zijn contract. Ieder seizoen lukte het hem zich met zijn ploeg te plaatsen voor de play-offs voor Europees voetbal, ondanks een steeds opnieuw uitgeklede selectie. Vechtvoetbal is het handelsmerk, al is de intentie altijd het publiek te vermaken. “Mooi en spectaculair voetbal wil natuurlijk iedereen. Soms, helemaal bij een jonge ploeg, moet je eerst bepaalde zekerheden inbouwen, voor je de volgende stap kunt maken. Met punten kun je de play-offs verdienen en met alleen mooi voetbal niet”.
De wedstrijd tegen FC Twente staat op het punt te beginnen. De druk is hoog. Er zijn weinig punten gepakt en de Trots van het Noorden bungelt onder aan de ranglijst. Trainer Danny Buijs oogt ontspannen. Loopt rustig langs de rand van het veld. Tot het moment dat de scheidsrechter zijn fluitje in de mond neemt en het startschot voor de wedstrijd geeft. Binnen een paar minuten staat Buijs al op de rand van zijn vak en zoekt hij al interactie met zijn keeper en middenvelders. Na het laatste fluitsignaal keert alles vrij snel weer terug naar het oude en staat de trainer in alle rust de pers te woord, al heeft hij bij uitzondering de scheidsrechter op het veld met een bezoekje vereerd. De teleurstelling na twee afgekeurde goals van grote schoonheid en het verlies van twee punten is groot.
Zelden had FC Groningen een trainer die zo emotioneel langs de kant staat te coachen. Voor Buijs moeten het zware tijden zijn. Het hart van zijn ploeg werd verkocht, maar de druk om zich weer te kwalificeren voor de play-offs is er niet minder op geworden. Toch wanhoopt de trainer niet en klaagt al helemaal niet. Twee seizoenen terug was er interesse vanuit het buitenland waar zijn prestaties ook niet onopgemerkt bleven. Hij koos voor contractverlening. Over zijn contract of contractverlening wil hij het nu niet hebben. “Ik zal deze club niet zomaar verlaten. Ik zet me met alles wat ik in me heb, samen met mijn staf, in voor deze club en ben ervan overtuigd dat we ook dit jaar weer stappen gaan maken en wedstrijden gaan winnen. Deze ploeg heeft voldoende talent al is het de vraag in welk tempo ze dat talent ontwikkelen. Ze verdienen wel wat tijd”.
Vertrouwen
Het is de ochtend na de wedstrijd. Het is onwaarschijnlijk dat er ooit een trainer is geweest die meer werkuren in de club steekt. Een telefoontje naar de trainer, op welk tijdstip dan ook, wordt bijna altijd beantwoord vanuit het Topsportcentrum. Vijftig tot zestig werkuren in een zesdaagse werkweek zijn niet ongewoon. “Met mij doet de staf dat ook”. Ook op deze ochtend om 9:00 uur is de trainer alweer ruim een uur ‘op de club’ om de wedstrijdbeelden te selecteren, de nabespreking voor te bereiden en met stafleden te overleggen. Een gesprek met de man die maar één ding wil: winnen en één ding maar niet kan leren: wennen aan verliezen. Ondanks het puntenverlies valt het mee met het chagrijn van de coach. “Natuurlijk bevinden we ons in een lastige situatie, maar ik heb er ook vertrouwen in dat we ons hier weer uit gaan knokken. We hebben een erg jonge groep al wil ik me daar niet achter verschuilen, want ook met deze spelers zijn we gewoon in staat om wedstrijden te winnen. Maar het is wel duidelijk dat we een jasje hebben uitgedaan”. Buijs doelt op het vertrek van de ervaren doelman Sergio Padt en van Azor Matusiwa een van de beste controleurs van de Nederlandse velden en de koning van het middenveld. Ko Itakura, die zich vorig jaar ontpopte als één van de beste centrumverdedigers van de Eredivisie, is weg en ook Gabriel Gudmundsson, die van onschatbare waarde was, vertrok. Ahmed El Messaoudi, de clubtopscorer met negen doelpunten, heeft ook zijn koffers gepakt.
Ontwikkeling
Al met al niet niks en de trainer weet ook dat ondanks het vertrek van deze spelers de ambities en de verwachtingen niet veranderen. “Dat is aan de ene kant natuurlijk de grote uitdaging en druk is ook leuk. Dat hoort bij deze club. De vraag is wel: hoe realistisch zijn de verwachtingen? Kun je hetzelfde verwachten van deze jongens als van het team van vorig jaar? Ik denk dat we ons wel bewust moeten zijn dat er veel kwaliteit is weggegaan. Er is ook kwaliteit voor teruggekomen, maar wel met minder ervaring. We moeten weer opnieuw gaan bouwen. De automatismen zijn minder. Ook fysiek moeten we nog een paar stappen zetten. We zijn daardoor als ploeg nog niet stabiel. Daarom is het publiek met hun onvoorwaardelijk steun ook zo belangrijk voor ons. Ik zie mooie ontwikkelingen bij spelers, maar we weten natuurlijk ook dat spelers met minder ervaring anders omgaan met verlies en tegenslagen dan spelers die al het één en ander hebben meegemaakt. Het gaat me niet om leeftijd, maar om wedstrijdervaring. Je ziet nu al dat jongens als Van Kaam, Suslov en El Hankouri al behoorlijk wat ervaring meebrengen en een wedstrijd steeds beter leren lezen. Terwijl die nog heel jong zijn. Verder hebben we een grote groep jonge en talentvolle spelers die een langjarig contract hebben. De toekomst ziet er dus rooskleurig uit”.
Bij de supporters en in de (landelijke) media groeit de waardering voor de werkwijze van Buijs, die een van de opvallendste coaches van het trainerscorps uit de Eredivisie is. Vooral zijn woede-uitbarstingen werden vorig jaar geregeld langdurig in beeld gebracht door ESPN. Hoe reageren zijn spelers eigenlijk op deze intense manier van coachen? Bestaat het gevaar dat jonge spelers hierdoor juist verkrampen? De trainer begint zijn antwoord met een rustige glimlach: “Die zullen er vast zijn en dat ben ik me bewust. Ik ben zelfkritisch en probeer te leren van mijn fouten. Aan de andere kant ben ik een coach die op deze manier betrokken is. Spelers hebben ook behoefte aan vertrouwen. Ik ben direct maar heb ook veel individuele gesprekken met de spelers. Soms zijn er spelers die behoefte hebben aan een aai over hun bol, anderen zijn weer gebaat bij een andere manier van prikkeling of hulp. Daar praat je over in de staf en zo zetten we ons in om het maximale rendement uit de spelers en het team te halen. Daarbij zijn natuurlijk niet alleen de spelers in ontwikkeling, maar ik als trainer en wij als staf ook. Ik ga door het vuur voor mijn spelers, wil ze alles aanreiken om beter te worden en wedstrijden te winnen. Daar gaat mijn emotie over en ik heb het idee dat de spelers dit begrijpen”.
Stabiliteit
Stabiliteit was vóór het tijdperk Gudde/Fledderus ver te zoeken in de Euroborg. Zowel de algemeen als de technisch directeur voor rust binnen de club gezorgd. Financieel gaat het steeds beter, al moesten door grote gaten in de begroting steeds weer de beste en belangrijkste spelers worden verkocht. De club kon terugvallen op een loyale trainer die er niet moeilijk over doet en deed. Het ging in de voorbije jaren gepaard met zowel saaie als hele leuke wedstrijden. Met vallen en opstaan. En met aan het eind van de rit steeds weer de play-offs. Onder Buijs ontpopten Itakura, Gudmundsson en Matusiwa zich tot grote spelers die de club veel geld hebben opgeleverd. Tal van jonge spelers hebben inmiddels hun debuut gemaakt. Het zal duidelijk zijn: niet alléén Fledderus en Gudde brachten rust rondom de club. Misschien vormt deze trainer wel de belichaming van de identiteit van FC Groningen en doet de leiding er verstandig aan de rust te bewaren en het bouwen in handen te laten van een trainer die heeft bewezen dit te kunnen. Om straks ook met elkaar te gaan oogsten. Lang nadat de wedstrijd tegen Twente is afgelopen galmt het ‘Danny Buijs, Danny Buijs’ nog door de gangen in het stadion; het hart van de club heeft gesproken.
Tomas Suslov: “Belangrijk dat Buijs bij Groningen blijft”
‘Vraag het de spelers zelf’, was het advies van Buijs op de vraag of jonge spelers tegen zijn manier van coachen kunnen. En dus schuiven Romano Postema en Tomas Suslov in het restaurant in het Topsportcentrum aan. Suslov, misschien het grootste talent in de selectie, doet veelal het woord en Postema laat weten de ervaringen van Suslov te delen. De laatste had menig stevige botsing met zijn trainer, maar is onverdeeld enthousiast: “Wij zijn het zelfde. Ik hoef niet de volgende ochtend een kopje thee met de trainer te drinken om te horen wat ik in zijn ogen anders moet doen. Nee, wij zeggen het direct. En wij zijn winnaars. Dus als de trainer na de wedstrijd komt, dan zitten we beide in onze emotie en kan het wel eens flink knallen. Maar wij zijn eerlijk. Onze trainer zal nooit kritiek op mij via de assistent of de technisch directeur naar mij brengen. Hij zegt zelf wat hij vindt. Daar houd ik van. Er zullen best jonge spelers zijn die soms wat moeite hebben met zijn emotionele manier van coachen, maar één ding is belangrijk te beseffen: de trainer doet het altijd om je te helpen. Om je beter te maken en wedstrijden te winnen. Een trainer die niets zegt langs de lijn zal ook niet iedereen kunnen waarderen. Ik denk dat hij heel belangrijk is voor deze club, vooral ook voor jonge spelers. Ik voel me helemaal vrij in het veld en hij heeft me geleerd te verdedigen. Dat is best knap, want ik houd van aanvallen. Ik hoop dat hij hier ook volgend jaar nog trainer is, want dat zou niet alleen goed zijn voor de ontwikkeling van jonge spelers zoals ik, maar ook voor de club”.
Bron: www.destreekkrant.nl